Spring naar content

Willem is een rustige jongen van 14 jaar en zit in de derde van het VMBO.

In de groep wordt gewerkt met GroepsGeluk. Nadat de leerkracht uitgelegd heeft wat de wetten zijn, mogen de leerlingen een poppetje kiezen en het neerzetten zoals zij zich voelen in de klas. Willem heeft helemaal geen zin om te laten zien hoe hij zich voelt in deze groep. En wil daarom maar gewoon doen alsof. Daar is hij sowieso meestal wel goed in. Dan komt hij er verder lekker gemakkelijk en zonder gezeur vanaf. Lekker rustig vindt hij dat.

Maar wanneer hij het poppetje vast heeft en aan de beurt is om zijn poppetje in het veld te zetten, gebeurt er iets vreemds. Hij zet het poppetje aan de rand van het veld, met de rug naar de groep. Wanneer iedereen zijn poppetje in het veld gezet heeft, vraagt de leerkracht: "Wat valt je op?" Er wordt wat over en weer gepraat en dan hoort Willem een klasgenoot zeggen: "Willem staat met zijn rug naar de groep." Het is even stil en dan vraagt de leerkracht: "Willem, hoor jij erbij?" Willem lijkt naar de grond en zegt niks.

Jij hoort erbij

De leerkracht zegt: "Willem, jij hoort erbij!" Hij hoort het…. het gaat de groep rond. Hij hoort al zijn klasgenoten om beurten zeggen: “Willem, jij hoort erbij!” Wanneer het bijna de hele groep rond is, kijkt hij op. Als iedereen aan de beurt is geweest, vraagt de leerkracht: “Kan je poppetje bewegen? Kun jij een beweging maken, Willem?” Willem draait zijn poppetje naar de groep en voelt zich opgelucht. De leerkracht haalt de aandacht naar een ander groepje en er wordt verder gewerkt met GroepsGeluk.

Aan het einde van het uur loopt de groep naar buiten. Joris, de klassenleider, roept: "Hé Willem, wil je in de groepsApp?" Dat wil Willem wel.