Spring naar content

Het ontstaan van GroepsGeluk

Désirée Farro-Joosen

Het ontstaan van GroepsGeluk

Op 22 maart 1969 kwam enthousiast bijna drie maanden vroeger ter wereld dan gepland: Désirée Joosen: dochter van Marinus Joosen en Maria Joosen-Schoenmakers. Tweede uit de rij van drie. Voor mij een overleden kindje en vier jaar na mij werd mijn broertje geboren. Rinus en Ria geboren en getogen te Oosterhout en Den Hout leerden elkaar kennen bij de verkennerij. Hij hopman en zij akela, dat was echte liefde. Dat oma Schoenmakers niet akkoord was met de relatie, deed hen verdriet, maar de liefde was sterk. Ze trouwden, verhuisden naar een dorpje verder weg en vonden een manier om ermee om te gaan. 

Ontstaan van GroepsGeluk

Leven en dood

Te vroeg geboren…. Er werd gezegd: “Ben maar niet te blij, want ‘het’ kan ieder moment doodgaan. Mijn vader en moeder, opa’s en oma’s schrokken ook enorm en waren snel ter plaatse. Gelukkig kwam ook mijn opa Schoenmakers een kijkje nemen bij de couveuse. Opa Schoenmakers, vader van 14 kinderen, runde een goedlopend boerenbedrijf. Hij had heel wat koeien en varkens op de wereld geholpen en zag direct de pit en energie in dit kleine meisje. “De die gaat nie mir dood”; waren zijn Brabantse wijze woorden. De omgeving fleurde ervan op, maar of ik het gemerkt heb? Ik betwijfel het. Goed wegstopt in een glazen kistje achter dubbele deuren, konden mijn ouders me bewonderen vanaf buiten via het raam. Mijn moeder nog verzwakt van de bevalling vatte direct een kou.

Was het wel mijn enthousiasme waardoor ik zo vroeggeboren ben of speelden er andere zaken ’n rol?

Warme ontvangst

Tijdens de zwangerschap van mijn moeder, ontstond er voor mijn vader een moeilijke situatie op zijn werk. Mijn pa was leraar houtbewerking op de LTS in het kleine dorp in Brabant. De directeur was een broeder, die uit zijn orde was gestapt. De man hield blijkbaar van verdeel-, heers- en vriendjespolitiek. Allerlei vervelende situaties deden zich voor. Het was zwaar voor allebei mijn ouders.

Toen ik na een paar maanden uit het ziekenhuis kwam, was de situatie op de school nog niet veranderd, maar ik werd thuis warm ontvangen. Mijn ouders waren dankbaar dat ik leefde. Al was het in het begin wel erg onhandig dat ik zo weinig voeding binnen kon houden en veel spuugde. Uiteindelijk groeide ik goed en ging ik ook snel kruipen en lopen. Mijn ouders waren blij dat ik me zo snel ontwikkelde: “En dat voor een couveusje”, zeiden ze dan trots tegen elkaar.

Buiten

Ik was vanaf het moment dat ik naar buiten kon kijken, gericht op de ander, de anderen en de buitenwereld. Als driejarige sprong ik enthousiast uit het woonkamerraam, achter de kindjes aan. Op de kleuterschool had ik dan ook een fijne tijd… al heb ik een vermoeden dat het daar al een beetje begonnen is. Vanaf de dag dat ik van de kleuter naar de grote school mocht,veranderde er namelijk het een en ander. De situatie bij mijn vader op school was van mijn tweede tot mijn vijfde even wat rustiger geweest. In die tijd bouwde mijn pa samen met leerlingen, ouders van leerlingen en opa Schoenmakers ons eigen huis. Toen dit nog maar net klaar was, werd mijn broertje geboren en tegelijkertijd laaide de situatie op school weer op. Er gebeurden akelige dingen in ons dorp. Alles had met buitensluiten te maken. Niet alleen op school, het sijpelde overal in door. En we moesten oppassen voor een man met een zilveren Citroën,

Pesten

Mijn vader werd uiteindelijk op onrechtmatige wijze ontslagen op zijn school. Ik was zeven jaar en ging naar de basisschool. Al snel werd ik gepest. Het pesten heeft tot ver in de middelbare school geduurd. Van mijn ma hoorde ik dat ik gewoon terug moest schoppen. Ze probeerde me te helpen, maar het lukte me niet. Het ene jaar ging het wel, omdat ik een leerkracht had die veiligheid creëerde, het andere jaar was het moeilijker te dragen. Het enthousiaste meisje hoorde er niet bij en werd meer en meer onzeker. De onzekerheid had zijn oorsprong in andere gebeurtenissen.

‘Een kind moet voelen dat het vanzelfsprekend deel uitmaakt van de familie, wil het zich zeker voelen in het leven.’ 

Voedingsbodem

Dat had de kleine Désirée niet gevoeld toen ze onder stress en paniek direct na de geboorte in een glazen kistje gelegd werd. Onzekerheid kreeg daar direct een goede voedingsbodem. ‘Er niet bij horen’ is sowieso een thema. Voordat ik geboren werd, hoorde mijn vader er voor mijn oma ook niet bij. Terwijl mijn moeder toch voor hem gekozen had. Ieder kind wil erbij horen. Dit is na eten onze eerste levensbehoefte. Ik wilde er alles voor doen. Mijn vader stond voor mij op een voetstuk. Ik wilde het (onbewust) wel doen voor hem. “Ik doe het wel voor jou papa, laat mij maar gepest worden, dan ben jij ervan af en hoor ik er weer bij.”

Schoolsituatie

Ondertussen kreeg de situatie op de school van mijn vader een naam: ‘de schoolsituatie’. Mijn vader was jarenlang bezig met een rechtszaak om te zorgen dat hij kreeg waar hij recht op had. Een plek als leerkracht op de school en een salaris. Het is tijden zo geweest dat er geen salaris was. Dat was wel een dingetje. De ’schoolsituatie’ bedreigde ook het huwelijk van mijn ouders en ik deed mijn uiterste best om dat te redden. Mijn vader is daartegen in verweer gekomen. Maar ik deed het met zoveel liefde en plezier, dat ik me niet meer van deze hogere plek af liet duwen. Mijn moeder was nog ‘bezig’ met haar moeder, deze plek was dus voor mij. Als kind had ik totaal niet door dat dit mij, maar ook mijn ouders geen goed deed. Ik voelde gewoon dat ik ergens bij hoorde, ertoe deed en dat deed veel goed.

Braaf & eigenzinnig

Toen ik na het overlijden van mijn mama, van mijn broer hoorde dat hij deze periode van zijn leven als een vervelende zwarte periode ziet, was ik compleet verbaasd. Hoe kon dat dan? Er waren wel vervelende dingen gebeurd, maar de kampeervakanties en carnaval waren altijd superfijn. En al die ellende had er toch voor gezorgd dat we naar elkaar toegegroeid waren? Dat was wat ik me altijd voorgehouden had. De schoolsituatie was fout, had veel verknald. Zowel in het dorp als tussen onze ouders. Maar onze band was daardoor toch intenser dan bij anderen? Voor wat, hoort wat. Zoals je wellicht tussen de regels door kunt lezen, wist ik al dat ik het fijn vond om mensen te begeleiden en problemen op te lossen. Dat deed ik thuis en overal en dat ging me best goed af. Mijn interesse ging dan ook uit naar een therapeutenopleiding. Toen mijn pa me adviseerde eerst een degelijke opleiding te doen, voor hem was dat de Pabo, deed ik dat braaf. Maar ik vervolgde ook mijn eigen pad. Na de Pabo ben ik met veel plezier en enthousiasme in het speciaal- en het basisonderwijs begonnen als leerkracht. En direct daarbij deed ik de opleiding tot dramatherapeut.Strijd

Na een paar jaar belandde ik op een dorpsschool vergelijkbaar met de school van het dorp waar ik vandaan kwam. Mijn directeur werd ‘buiten gewerkt’ door de algemeen directeur van het bestuur. De manier waarop dit ging, vond ik niet door de beugel kunnen. Dus ik klom op de barricade, verzamelde een aantal eensgezinden en ging de strijd aan. Het kleine meisje kon nu eindelijk zelf in actie komen. Pas later zag ik dat dit niet mijn strijd was, maar de strijd van mijn vader. Ik werd van school verwijderd en onder curatele gesteld. Na geobserveerd te zijn op een tussenschool werd ik goedgekeurd, zelfs zeer in mijn werk gewaardeerd. Klaar om doorgestuurd te worden.

Op de volgende school kwam ik een directeur tegen die volgens mij aan vriendjespolitiek deed. Hoe toevallig is dat? Inmiddels was ik er wel achter dat ‘het me niet oké voelen in een groep’ ook in mij zat, maar dit…. dat had toch niks met mij te maken? 

Afscheid

Toen overleed mijn moeder……. Ik was sterk en regelde dat ze een fijne laatste week had. Nooit geweten dat ik zoveel kracht in me had. Ze fluisterde: “Oooh Désirée, Rinus en ik hebben het nu weer fijn en nu ga ik dood”. Zo lang heeft ‘de schoolsituatie’ inderdaad doorgevreten. Mijn ouders hadden het er zwaar onder, maar probeerden daarnaast toch zoveel mogelijk van het leven te maken via feesten en vakanties. Toch bleef het maar doorgaan. Een dreiging die altijd boven onze hoofden hing. Nu de dreiging net wat was afgenomen en het weer een beetje rustig en fijn werd, moest mijn moeder afscheid nemen. “Och lieve mama, ik weet het, maar het is zo ontzettend fijn dat jullie het toch weer goed hadden samen.” In liefde, namen ze afscheid. Mijn lieve mama, een geweldig krachtige, creatieve en humoristische vrouw. Met haar goede humor heeft ze de zware jaren kunnen dragen en haar kinderen ook gezellige dagen kunnen geven. Het ergste wat me op dat moment kon gebeuren, was dat zij overleed. 

Kern

Supersterk, regelde ik de hele boel en daarna stortte ik in. Ik weet nog precies hoe het gebeurde. Ik stelde mijn directeur een vraag, hij reageerde niet, maar reageerde wel lollig op een collega. Ik stelde de vraag nog een keer en werd weer genegeerd. Dat is mijn redding geweest. Ik stortte in en kon alleen nog huilen. Ik had een Burn-out. Toen moest ik wel de beerput op gaan ruimen. Ik werd doorverwezen naar een psychotherapeut. Dat duurt lang, psychotherapie. 

Gelukkig ontdekte ik systemisch werk. Dat komt snel tot de kern. Dit was zo mooi! Ik werd fan en deed de een na de andere opleiding. Ik heelde alle stukken en ging weer op mijn eigen plek staan. Als dochter van mijn ouders, oudste zus van m’n broer, partner van Michel en moeder van onze vier kinderen. Ik kreeg al mijn energie weer terug. 

Zelfstandig

Nooit van plan om een praktijk te starten, maar als vanzelf ontstond hieruit mijn praktijk AllesKids&Co. Wat mij zo enorm in mijn kracht had gezet, vroeg blijkbaar om gedeeld te worden. Vanuit mijn passie om wat ik in mijn praktijk in beweging kreeg met één persoon ook op school in beweging te krijgen met een groep van 30 kinderen, is GroepsGeluk ontstaan.

Toen een collega me vroeg om haar uit te leggen hoe ik dit deed, gaf ik het door. Van het een kwam het ander. Het is zo gaan stromen, steeds meer scholen willen GroepsGeluk. In de zomer van 2018 nam ik na 25 jaar afscheid van mijn baan als leerkracht om mijn missie goed neer te kunnen blijven zetten. Mijn missie om met GroepsGeluk leerkrachten een tool te geven waarmee ze de dynamiek in de klas en op de school zichtbaar maken, waardoor het gemakkelijker wordt om een fijn pedagogisch klimaat te creëren voor leerlingen én leerkrachten. Een klimaat waarin iedereen in zijn kracht gelukkig kan zijn. Gewoon…omdat iedereen erbij hoort en met eigen talenten een bijdrage biedt aan het systeem.

Alles doet ertoe

Trots ben ik op mijn altijd positieve vader. Die me leerde dat toeval niet bestaat en alle gebeurtenissen ertoe doen, omdat ze je maken tot de persoon die je uiteindelijk wordt. Na het lezen van mijn verhaal begrijp je vast ook waardoor de volgende zinnen op mijn website heel veel voor me betekenen: “De GroepsGelukBusjes worden gemaakt door mijn vader. Hij was leraar houtbewerking met veel liefde en passie voor zijn vak en leerlingen. Met de GroepsGelukBusjes verrijkt hij op tachtigjarige leeftijd nog steeds het onderwijs in Nederland.”

hartelijkegroet farro font